SER-advies

Advies Werk: van belang voor iedereen

Het aantal mensen met een chronische ziekte zal de komende jaren verder stijgen. Een groot deel van hen is aan het werk en met veel van hen gaat het goed, maar de vraag is hoe zij aan het werk kunnen blijven.

Zo vroeg mogelijk inspelen op de situatie lijkt daarbij cruciaal. De SER is van mening dat de oplossing niet zozeer ligt in extra regels, maar in meer kennis van de bestaande regels en in het voeren van de dialoog op de werkvloer. Verder beveelt de SER aan de ondersteuning van werkenden met een chronische ziekte te verbeteren en meer te doen aan preventie om werkbelemmeringen als gevolg van een dergelijke ziekte te voorkomen. De aanbevelingen zijn binnen de werksituatie vooral gericht op de werkende zelf, de werkgever en de bedrijfsarts. Maar ook de sociale partners, arbeidsgerelateerde en reguliere zorg, kenniscentra, patiëntenverenigingen, uitvoeringsorganisaties en het kabinet zijn aan zet met deze aanbevelingen.

Aanbevelingen uit advies over werken met een chronische ziekte

De SER heeft in dit advies verschillende aanbevelingen gedaan. De hoofdaanbevelingen staan hier kort weergegeven:

  • Oplossingen moeten vooral op het niveau van de werkende, werkgever en bedrijfsarts tot realisatie komen. De SER doet daarom diverse handreikingen om de dialoog tussen werkgever en werkende te verbeteren. Hij ziet daarbij een ondersteunende rol weggelegd voor de bedrijfsarts en andere arboprofessionals.
  • Een andere belangrijke pijler van het advies is preventie, waaronder de SER zowel gezondheidsbevordering verstaat als het voorkomen van het optreden van belemmeringen als gevolg van een chronische ziekte. Hij wil preventie op de werkvloer verankeren door onder andere bestaande instrumenten om arbeidsrisico’s en gezondheid in kaart te brengen beter te benutten, en liefst te combineren met instrumenten die het werkvermogen meten.
  • Verder pleit de SER voor verbeteringen in de ondersteuning van werkenden met een chronische ziekte vanuit de zorg. De arbeidsgerelateerde zorg moet meer mogelijkheden krijgen om tijd te besteden aan preventie en re-integratie. De reguliere zorg moet op haar beurt de factor arbeid in haar werk integreren.
  • Tot slot moet de kennis van wet- en regelgeving verbeteren, zodat de naleving ervan beter verloopt. Ook is er meer kennis bij werkgevers en werkenden nodig over chronische ziekten en de gevolgen ervan voor werk. Een centraal informatiepunt kan daarbij een belangrijke rol vervullen.

Vergroot arbokennis en verbeter de dialoog

De kennis van arboregels en bestaande subsidieregelingen moet verbeteren, zodat de regels beter worden nageleefd en voorzieningen voor bijvoorbeeld werkaanpassingen vaker worden benut. Ook is meer kennis bij werkgevers en werkenden nodig over chronische ziekten en de gevolgen daarvan voor het werk. De SER ziet hier een rol voor kenniscentra en patiëntenorganisaties en adviseert een centraal informatiepunt in te richten Om de dialoog in de werksituatie tussen werkende en werkgever te verbeteren, wijst de SER op diverse handreikingen. De bedrijfsarts zou bij de dialoog een ondersteunende rol moeten hebben.

Breng preventie in praktijk

Meer preventie op de werkvloer is nodig om te voorkomen dat er belemmeringen in het werk als gevolg van een chronische ziekte kunnen ontstaan. De SER pleit ervoor om binnen bedrijven bestaande, veelgebruikte instrumenten om arbeidsrisico’s en gezondheid in kaart te brengen, beter te benutten én te combineren met instrumenten om het werkvermogen te meten.

Bied ondersteuning vanuit de zorg

De SER vindt dat de bedrijfsarts beter zichtbaar moet zijn. Hij en andere arboprofessionals kunnen zichtbaarder zijn door een open spreekuur in te stellen en meer tijd te besteden aan preventie. Ook moet de preventiefunctie in het functieprofiel en de opleiding van bedrijfsartsen worden vastgelegd. Verder dienen de huisarts en andere professionals in de reguliere zorg beter samen te werken met de arbeidsgerelateerde zorg. Daartoe is het van belang dat de reguliere zorg de factor arbeid in haar werk integreert door dit op te nemen in de opleidingen en de medische richtlijnen.

Groot deel mensen met chronische ziekte is aan het werk

Het aantal mensen met een chronische ziekte zal stijgen: van 5,3 miljoen mensen in 2011 naar 7 miljoen in 2030. Nu al heeft ongeveer 1 op de 5 mensen in de beroepsbevolking één of meer chronische ziekten. Dat zal de komende jaren toenemen, mede doordat steeds meer mensen langer doorwerken.
Veel mensen met een chronische ziekte zijn aan het werk. Bij sommigen is het nodig om aanpassingen te doen om ook in de toekomst aan het werk te kunnen blijven. Het is belangrijk om te voorkomen dat mensen uitvallen, want weer aan het werk komen met een chronische ziekte blijkt niet altijd gemakkelijk. De kern van het beleid moet daarom zijn gericht op het vroegtijdig treffen van maatregelen om belemmeringen en uitval te voorkomen.

Stand van zaken

Het advies Werk: van belang voor iedereen – Een advies over werken met een chronische ziekte is voorbereid door een commissie onder voorzitterschap van het kroonlid Louise Gunning. Het advies geeft vooral aanbevelingen voor het aan het werk blijven van mensen met een chronische ziekte, maar doet ook voorstellen hoe mensen aan het werk kunnen komen. Bij de opstelling van het advies is gebruik gemaakt van de input van ervaringsdeskundigen, experts en belanghebbenden. Zo heeft de commissie bijvoorbeeld een praktijkbijeenkomst georganiseerd waarbij mensen met een chronische ziekte, werkgevers, bedrijfsartsen en re-integratiespecialisten aanwezig waren.